Logo VNK

menu

Bulletin 2016-3 met themakatern Technische kunstgeschiedenis

'Het is gewoon kunstgeschiedenis, technisch onderzoek hoort daarbij’, stelt Margriet Eikema Hommes in dit BUlletin over technische kunstgeschiedenis. Verder: prijswinnaars Karel van Manderprijs en Jan van Gelderprijs aan het woord en een terugblik op de Kunsthistorische Dag 2016.

Column van voorzitter Annette de Vries 

Vieren!


Wij kunsthistorici zijn serieuze mensen. We willen alles op een verantwoorde wijze doen: onderzoeken, conserveren, restaureren, presenteren en vertellen. Als vanzelf leidt dat tot een focus die meer naar binnen dan naar buiten is gericht. Dat is jammer. De raison d’être van kunst is immers gelegen in de relatie tussen een (groep van) kunstobject(en) en de beschouwer. Kunst mag en moet gezien worden. Dat betekent dat wij kunsthistorici (nog) meer de boer op moeten gaan: naar een groter publiek, zowel geïnteresseerde liefhebbers als mensen die daar misschien niet direct naar op zoek zijn. Diversiteit heet dat in beleidstermen. En dat vraagt creativiteit, durf en enthousiasme. Iemand die dat uitstekend in de vingers heeft is Henk van Os, museumdirecteur, wetenschapper en oud-voorzitter van de VNK. Hij nam eind november afscheid als hoogleraar kunst en samenleving aan de Universiteit van Amsterdam met de lezing Franciscus voor vrijzinnigen. We kennen zijn fascinatie voor de verbeelding van deze heilige, maar nu liet hij onder het motto ‘Ieder zijn eigen Franciscus’ zien waarom. Uiteenlopende groepen mensen destilleerden hun eigen symbolische gestalte uit het leven van de historische Franciscus en dat heeft een ongelofelijke rijkdom aan voorstellingen opgeleverd. Van eco-heilige tot patroon van armoede en eenvoud. Voorstellingen die alleen betekenis krijgen als we in de huid van de beschouwer van toen en nu kruipen en proberen om het proces van toe-eigening van kunst te doorgronden. Van Os heeft dat als geen ander gedaan door dwars door de kunstgeschiedenis heen voorstellingen reliëf en context te geven op een manier die begrijpelijk en inspirerend is. En - zo laat hij tussen neus en lippen nog weten - wat hem betreft moet moderne en eigentijdse kunst niet van een dergelijke thematische benadering worden uitgezonderd. Dan doen we onszelf qua verrassing te kort. Zijn afscheid voelt als het einde van een tijdperk, maar hij geeft het stokje met een krachtig pleidooi door: kunst mag en moet gevierd worden!

Dat vieren deed de VNK ook tijdens de Kunsthistorische Dag op 12 november jl. in het Rijksmuseum. Het thema was Technische Kunstgeschiedenis en dat sloeg aan. De bijna honderdvijftig aanwezigen konden zich laven aan inhoudelijk uitstekende lezingen, die vooral ook hoopvol stemden over de koers van ons vak. Samenwerking en interdisciplinariteit als opdracht en feest ineen. Technische kunstgeschiedenis ‘is gewoon kunstgeschiedenis’ zegt Margriet van Eikema Hommes, projectleider van From Isolation to Coherence: an Integrated Technical, Visual and Historical Study of 17th and 18th Century Dutch Painting in haar interview in dit Bulletin. Ann-Sophie Lehmann, hoogleraar moderne en hedendaagse kunst aan de Rijksuniversiteit Groningen, gaf haar lezing zelfs de subtitel ‘waarom kunstgeschiedenis altijd technisch is geweest’ mee.  Die nuchterheid is verfrissend. De vanzelfsprekendheid van het belang van interdisciplinariteit en teamwork een verademing. Dat mogen we vieren.

Tijdens de Kunsthistorische Dag werden ook drie prachtige kunsthistorische prijzen uitgereikt. Deden we dat voorheen in eigen gelederen tijdens de – wat dunbevolkte - ledenvergaderingen, nu vormde het een sluitstuk van een geslaagde dag. En terecht! Zowel voor de gelukkige prijswinnaars – Merlijn Hurx (Karel van Manderprijs), Sara van Dijk (Jan van Gelderprijs) en Jan Teeuwisse (Gijselaar-Hintzenfondsprijs) als voor het vak is die aandacht belangrijk. De Karel van Manderprijs voor Merlijn Hurx haalde zelfs de NRC. Eline Levering interviewde voor dit Bulletin de prijswinnaars en laat zien wat deze prijs voor hen persoonlijk en voor hun onderzoeksspecialisme betekent.

Over vieren gesproken: het is interessant dat twee van de drie geïnterviewde prijswinnaars suggereren dat een oeuvreprijs een mooie toevoeging zou zijn aan het palet van kunsthistorische prijzen. Eenzelfde gedachte kwam op bij de jury van de Karel van Manderprijs 2016 toen zij de genomineerde Heimerick Tromp een eervolle oeuvrevermelding meegaf voor zijn decennialange onderzoek naar de Nederlandse tuingeschiedenis, met name die van de achttiende eeuw. Ook dat is een vorm van het vieren van ons vak. Prijs- en prijzenswaardig zijn immers niet alleen vernieuwende boeken, maar ook levenslange (onderzoeks)inspanningen voor de kunstgeschiedenis. Generaties onderzoekers komen en gaan en het is de kunst om daar steeds opnieuw vreugdevol bij stil te staan. Vieren mag! Het bestuur van de VNK wenst u daarom niet alleen goede feestdagen, maar ook nog talrijke kunsthistorische feestmomenten voor de toekomst.