Logo VNK

menu

Bulletin 2020-2 met themakatern Never waste a good crisis

Hoe bedrijf je kunstgeschiedenis in de anderhalvemetersamenleving? Welke effecten van de coronacrisis zijn al zichtbaar in ons veld? Is deze crisis een katalysator? En waarvan dan eigenlijk? In dit Bulletin laten we kunsthistorici uit diverse sectoren aan het woord over ontwikkelingen die door de coronacrisis in gang gezet zijn of versterkt worden. Onder andere een interview met Katja Kwastek, die in no time een nieuwe collegereeks opzette rond het thema pandemieën. Een rondgang langs musea leverde een palet aan zaken op die binnen musea nu aandacht kunnen krijgen, zoals onderhoud. Daarnaast vertelt Dickie Zebregs hoe het er in zijn ogen voor staat voor de kunsthandel. Dat het ook een bewuste keuze kan zijn om niet te versnellen, maar juist te vertragen, blijkt uit het interview met Valentijn Carbo en Teun Bonenkamp over de erfgoedsector in coronatijd. Tenslotte lees je ook twee columns uit de sectie Educatie en Zelfstandigen.

Illustratie: Helin Tazelaar Illustratie: Helin Tazelaar

Column van voorzitter Annette de Vries

Never waste a good crisis ….. and past

‘Dans un tableau je voudrais dire quelque chose de consolant comme une musique’,  schreef Vincent van Gogh in een van zijn brieven. Kijken (kunst), schrijven (literatuur) en luisteren (muziek): alles in een uitspraak gevangen. Van Gogh wilde de mensheid iets meegeven van wat hij zelf ervoer bij het kijken naar kunst, zo prachtig samengebald in de legendarische uitspraak bij zijn bezoek aan het Rijksmuseum in 1885. Hij was zo onder de indruk van het Joodse bruidje van Rembrandt dat hij tien jaren van zijn leven wilde geven, als hij veertien dagen voor het schilderij kon blijven zitten met een korst droog brood als voedsel.

Kunst is voedsel. Kunst is kracht, op diverse fronten. Kunst spreekt zich uit, zoekt het debat, slaat nieuwe wegen in, laat zich inspireren door het verleden, maar is bovenal ook helend. Niet in de softe betekenis van het woord, maar als een onzichtbare kracht die ons helpt om als mens ‘heel’ te zijn.

Covid-19 brengt veel in de cultuursector teweeg. Nog los van de ingrijpende financiële en organisatorische consequenties voor culturele instellingen, is er sprake van een stroomversnelling in het debat over de wijze waarop culturele instellingen, zoals musea, tot op heden hun rol invullen. Er zijn discussies over de manier van presenteren en verzamelen. Over blockbusters en de ecologische footprint van musea en internationale kunstmarkt. Er wordt ‘gemorreld’ aan de canon van de kunstgeschiedenis. Diversiteit staat - terecht - volop in de schijnwerpers. Het gaat hierbij niet alleen over programma en publiek, maar ook over personeel en partners. Dat vraagt kritisch denkvermogen, inventiviteit, energie en vooral ook moed. Moed om nieuwe wegen in te slaan. Moed om relevant blijven. We zien volop mooie initiatieven op dit vlak. Lees dit Bulletin en neem deel aan de Kunsthistorische Dag op 30 oktober a.s. met de titel Never waste a good crisis. Zo is het maar net.

Er is echter ook een andere vorm van moed nodig: de moed om ons blijvend sterk te maken voor het goede dat kunst, maar ook wetenschap, ons door de eeuwen heen heeft gebracht. Het werken aan een groeiende maatschappelijke relevantie van de spreekwoordelijke ‘kathedralen van de kunst’ of academische ‘ivoren torens’ betekent niet dat de intrinsieke waarden van kunst en wetenschap, zoals schoonheid, kennis en inspiratie, moeten ondersneeuwen. Laten we daarnaast ook zorgzaam blijven voor ons veelzijdige cultureel erfgoed vanwege de verhalen die erin liggen besloten. Met zelfkritiek waar nodig, maar ook met de wijsheid van een ruime blik. Onlangs zag ik een indrukwekkende documentaire over de 13de-eeuwse kathedraal van Chartres, toonbeeld van de Franse gotiek. In dertig jaar gebouwd en recentelijk gerestaureerd. Uniek beeldhouwwerk in de kooromgang. Stukje voor stukje schoongemaakt door restauratoren. Eén uitspraak van een restaurator maakte indruk. Ze sprak vol bewondering over de vele handwerkslieden die dit prachtige beeldhouwwerk hadden gemaakt. De verschillende handen die zichtbaar zijn, de liefde en aandacht waarmee ze hadden gewerkt; zelfs op de delen aan de achterzijde van de figuren deden ze hun best, onzichtbaar voor de beschouwer, toen en nu. Maar dat was voor deze handwerkslieden niet relevant: vanuit de hemel was immers alles zichtbaar en daar ging het om. Tegenwoordig zien we dat anders, maar toch kunnen we best iets leren van deze anonieme middeleeuwse handwerkslieden. Het gaat in het leven – ook in tijden van crisis – om meer dan de waan van de dag alleen: never waste a good crisis….. and past.