Logo VNK

menu

Bulletin 2019-2 met themakatern: Het succes van de kunstgeschiedenis

Dit jaar bestaat de VNK 80 jaar. In dit feestelijke jaar vieren we ons vak en willen we laten zien waar we goed in zijn. Het thema van het lustrum is dan ook: Het succes van de kunstgeschiedenis. In dit Bulletin o.a. een onvermoede plek waar kunsthistorici succesvol blijken te zijn: in romans! Daarnaast een interview met Liselore Tissen over 3D-printen van kunstwerken, het succes voor de toekomst? En we kijken over ons vakgebied heen en interviewen de Jong Historicus van het jaar: Marit Berends. Welke wegen naar succes ziet zij? Daarnaast het programma voor het Lustrumsymposium van 11 oktober.

Illustratie Debora Westra Illustratie Debora Westra

Column van voorzitter Annette de Vries

De vele gezichten van succes


Succes moet je vieren! Bij het 80-jarig lustrum van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK), op 11 oktober a.s. in het geheel vernieuwde Museum De Lakenhal in Leiden, gaan we dat ook uitgebreid doen. Onder het motto Het succes van de kunstgeschiedenis zetten we in een afwisselend programma zowel de wetenschappelijke als publieke successen van ons vak in het zonnetje. In de volle breedte, dat is de kracht van de VNK: van universiteit tot erfgoed; van museum tot educatie. Het is een staalkaart, verre van volledig, maar we nodigen de aanwezigen uit om dit actief aan te vullen. Alle successen verzamelen, dus! Ook zullen op deze feestelijke lustrumdag drie gerenommeerde kunsthistorici, met zeer grote verdiensten voor het kunsthistorische vak, tot erelid van de VNK worden benoemd.

Waarin ligt het succes van de kunstgeschiedenis eigenlijk? Een kleine opsomming: in vernieuwend en baanbrekend wetenschappelijk onderzoek, in kwaliteitsonderwijs dat ook maatschappelijk relevant is, in de rijkdom en variëteit aan tentoonstellingen, in creatieve vormen van kunsteducatie, in publieke steun voor het aankopen van kunstwerken (o.a. Vereniging Rembrandt), in de enorme groei van bezoekersaantallen van musea en erfgoedinstellingen etc. etc.

Maar succes is nooit voor de eeuwigheid. Succes kent ook rafelranden en is selectief. Er zijn verhalen die niet of nog onvoldoende worden verteld. Vergeten kunstenaars, onderbelichte onderzoeksgebieden, kwetsbaar erfgoed, maar ook (publieks)groepen die in het gangbare verhaal over de Nederlandse kunstgeschiedenis over het hoofd zijn gezien. Er valt nog een wereld te winnen aan inclusief denken en handelen. Sommige musea geven hier al een voorzetje voor. Zoals het Mauritshuis in 2019 met de tentoonstelling Bewogen Beeld, over het verleden van zijn bouwheer Johan Maurits van Nassau-Siegen, gouverneur-generaal van de Nederlandse kolonie in Brazilië. Voor 2020 kunnen we de tentoonstellingen Slavernij  (Rijksmuseum) en Zwart in de tijd van Rembrandt (Rembrandthuis) tegemoet zien. Maar diversiteit omvat natuurlijk veel meer dan aandacht voor het koloniaal verleden. Het gaat bij inclusiviteit om alle nieuwkomers en ook om groepen die – om welke reden dan ook – onvoldoende door musea of het erfgoedveld worden bereikt. Er gebeurt op dit vlak van alles en ook dat maakt deel uit van het succes van de kunstgeschiedenis. Voor de Koloniën van Weldadigheid (Frederiksoord, Veenhuizen) wordt een nominatie als Werelderfgoed voorbereid. Het kunstproject Onvergetelijk voor Alzheimer-patiënten, ontwikkeld door het Stedelijk Museum Amsterdam en het Van Abbe Museum, vindt inmiddels op vele plekken in Nederland navolging. Het Kunstmuseum Den Haag haalt met een museumbus inwoners van Den Haag letterlijk op uit de wijk. Het zijn maar een paar voorbeelden.

Een van de grootste succesnummers van de Nederlandse kunstgeschiedenis is zonder twijfel Rembrandt. Geen kunstenaar is wetenschappelijk zo uitgeplozen en bediscussieerd. Rembrandt is daarnaast een toeristische attractie van de eerste orde, zowel in binnen- als buitenland. De grootmeester werkt als een magneet op media en museumpubliek. Een sterk merk, een geliefd merk. Rembrandt zit in onze haarvaten. Welke Nederlander kent hem niet? Er worden zelfs mensen naar hem vernoemd. Zo werd de opening van Alle Rembrandts in het Rijksmuseum begin dit jaar verricht door ca. 100 Rembrandts, van oud tot jong, inclusief enkele meisjes! En wie wil niet de nieuwe Rembrandt worden?

Rembrandts levensverhaal leest als een – weliswaar trieste – heldenroman. Rembrandt de rebel. Dat is een andere kant van succes. Succes is niet vanzelfsprekend. Succes heeft een zekere tegendraadsheid nodig. Schuren geeft glans. Vechten doet bloeien. Dat proces van de wording en ook neergang van succes wordt prachtig beschreven in The art of rivalry van de Australische kunstcriticus Sebastian Smee. Aan de hand van bekende duo’s – Freud & Bacon, Manet & Degas, Matisse & Picasso en Pollock & De Kooning – geeft het boek een fascinerend inkijkje in de veelkoppige dynamiek achter de kunst die wij zo graag onderzoeken en bewonderen. De weg tussen droom en daad is nu eenmaal bezaaid met onvolkomenheden. Vallen en weer opstaan. Steeds opnieuw. Blijven geloven. Jezelf overstijgen.

Dat is in een notendop ook de opgave voor het kunsthistorische vakgebied. Die veerkracht is nodig om steeds opnieuw, vanuit veranderende perspectieven, de maatschappelijke relevantie en waarde van kunst – toen en nu – over het voetlicht te brengen. Veerkracht vraagt om energie. Daarom is het zo belangrijk om successen te vieren. Dat gaan we dan ook doen. Een 80-jarige heeft daar zeker recht op!