Onderhandelingspositie van auteurs van (kunst)historische publicaties
Het bestuur van de VNK hield vorig jaar een enquête onder haar leden om de onderhandelingspositie van schrijvende kunst- en architectuurhistorici te onderzoeken. Zestig personen reageerden op deze enquête, waarvoor veel dank! De uitkomsten van de enquête gaven de VNK voldoende aanleiding de mogelijkheden voor (juridische) ondersteuning van schrijvende kunsthistorici nader te onderzoeken. Hierbij informeren we u graag over de vervolgstappen die de VNK heeft genomen of nog gaat nemen.
Schrijvende kunsthistorici kunnen een ware professionaliseringsslag maken door (vaker) te onderhandelen over hun honorarium en gebruik te maken van een (model)contract, waarin afspraken zijn opgenomen over bijvoorbeeld risico’s bij ziekte, onkostenvergoedingen, compensatie bij contractbreuk en beeldrechten. Uit de enquête bleek namelijk dat maar liefst 83% van de respondenten (bijna) nooit gebruik maakt van een contract of overeenkomst.
Ook bleek dat slechts 17% van de respondenten onderhandelt over de hoogte van het honorarium per uur of per woord. De rest doet dat soms, of zelfs nooit. Als redenen hiervoor geven de respondenten op dat zij bang zijn om de opdracht te verliezen of dat het geen zin heeft te onderhandelen (er wordt dan bijvoorbeeld verondersteld dat de opdrachtgever over onvoldoende geld beschikt).
Deze zwakke positie van de schrijvende kunsthistoricus is onderdeel van een breder speelveld, waarbij allerlei organisaties betrokken zijn: de kunsthistoricus, musea en erfgoedinstellingen als opdrachtgever en grote fondsen als subsidieverstekkers. Daarom delen we onze bevindingen met deze organisaties, met het dringende verzoek zorg te dragen voor een faire bezoldiging van de schrijvende kunsthistoricus.
Het VNK-bestuur heeft daarnaast de uitkomsten van de enquête besproken met de Auteursbond. Deze bond biedt zakelijke ondersteuning, geeft individueel (contract)advies en organiseert workshops voor schrijvers en vertalers. Deze organisatie is veel groter dan de VNK en heeft een budget waaruit voltijds-juristen kunnen worden betaald. De VNK is als kleinschalig platform voor kennisuitwisseling, discussie en advies over vakinhoudelijke kwesties niet bij machte om dergelijke ondersteuning te bieden. Momenteel wordt onderzocht of een modelcontract van de Auteursbond kan worden aangepast naar de specifieke behoeften van kunsthistorici. Op 7 juni organiseert de VNK in samenwerking met de Auteursbond een workshop over het gebruik van contracten.
Ook verschijnt binnenkort op de webpagina van de VNK-sectie Zelfstandigen een ‘kennisbank’, met informatie over onder andere uurtarieven, netwerken en ondernemen en links naar nuttige websites en organisaties. Nu wijzen we u alvast op LIRA, de organisatie die auteursrechten beheert en vergoedingen verdeelt onder tekstmakers. En ten slotte raden we het volgende boek aan: De kunsthistoricus als ondernemer. Een praktische handleiding voor (startende) professionals in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector (Den Haag, 2008) van Andrea Kroon (voormalig bestuurslid van de sectie Zelfstandigen).