Neem minimum stagevergoeding op in de museum cao
Nieuw onderzoek van het European Youth Forum (EYF) onthult dat onbetaalde stages jongeren meer dan 1000 euro per maand kosten, negatieve invloed hebben op de geestelijke gezondheid en kansenongelijkheid vergroten.
European Youth Forum (EYF) roept werkgevers daarom op om stagiair(e)s ten minste te belonen op het het niveau van het nationale minimumloon. De jongerentak van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici, Jong VNK, sluit zich aan bij de resultaten van het onderzoek en roept de Museumvereniging op een minimale stagevergoeding in de museum cao op te nemen.
Enquête
De reden dat Jong VNK aandacht vraagt voor het onderzoek van EYF heeft te maken met het feit dat veel stagiair(e)s in de culturele sector slecht worden betaald. Uit een enquête uitgezet door Jong VNK onder 175 jonge kunsthistorici bleek dat 61% van de respondenten een stagevergoeding van 250 euro per maand of minder ontving. Ruim een vijfde van de bevraagden (22%) kreeg helemaal geen vergoeding voor hun werkzaamheden. Sommige culturele instellingen vergoeden zelfs geen reiskosten. Ter vergelijking, gemiddeld krijgen universitaire studenten in Nederland een stagevergoeding tussen de 250 en 450 euro, zo blijkt uit cijfers van vacaturebank magnet.me. En sinds 1 januari 2023 bedraagt de stagevergoeding bij de Rijksoverheid 747 euro per maand (gebaseerd op een vijfdaagse werkweek), ongeacht het opleidingsniveau.
Invloed geestelijke gezondheid
Dat de stagevergoedingen in de culturele sector zo laag liggen is zorgelijk, aldus het bestuur van Jong VNK: ‘De sector laat zich met de museum cao en de Fair Practice Code voorstaan op inclusief werkgeversbeleid. In de praktijk valt de meest kwetsbare groep echter overal buiten. Het lopen van een stage is in veel gevallen een verplicht onderdeel van de opleiding en vaak essentieel in het opdoen van werkervaring en het opbouwen van een netwerk. Vaak lopen studenten drie of meer dagen per week stage naast hun studie, waardoor er amper tijd overblijft om te werken. Het resultaat? Studenten raken sneller overbelast of zien geen mogelijkheid om stage te lopen. Dit werkt kansenongelijkheid in de hand. Stage lopen is een privilege dat enkel bereikbaar is voor degene die het zich kan veroorloven, een gegeven dat de diversiteit op de werkvloer niet bevordert. Daarnaast zorgen de lage vergoeding – of het ontbreken daarvan – in combinatie met de grote verantwoordelijkheid die stagiairs krijgen, en het vele aantal uren voor stress.’
Voorkomen kansongelijkheid
Een goed initiatief dat reeds bestaat en inclusiviteit op de werkvloer bevordert is Stage Cultuur Inclusief. Het platform is gerealiseerd uit extra middelen die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan de zes Rijkscultuurfondsen, waaronder het Mondriaanfonds – de financier en aanjager van de beeldende kunst- en erfgoedsector, beschikbaar werd gesteld. Het platform ging in mei 2022 online. De regeling, waarmee organisaties een bijdrage kunnen aanvragen voor de betaling van een stagevergoeding, geldt tot november 2023. Een stagiair(e) solliciteert via het platform, de meest passende kandidaten worden doorgestuurd en de instelling zelf maakt de eindselectie. Daarna kunnen instellingen een financiële bijdrage aanvragen van maximaal 1000 euro per match. Hoewel de middelen voor musea beschikbaar zijn, wordt er nog maar mondjesmaat gebruik van gemaakt: enkel het Zandvoorts Museum, Rijksmuseum Muiderslot en het Bijbels Museum wisten het platform te vinden.
Heldere afspraken
Niet alle studenten komen er slecht vanaf. Zo hebben de studenten van de master Curating Arts and Cultures van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit meer geluk. De universiteiten hebben voor hen bij verschillende musea een minimale vergoeding bedongen. Dat is een goede ontwikkeling, maar in de praktijk zorgt het voor ongemakkelijke situaties. Studenten die bij dezelfde instelling stage lopen vanuit een andere master of een andere universiteit krijgen in veel gevallen een lagere vergoeding dan hun medestudent.
Stagevergoedingen zijn niet wettelijk vastgelegd. Jong VNK roept de Museumvereniging daarom op om een minimale stagevergoeding op te nemen in de museum cao. Ook zou het goed zijn als de sector veel transparanter zou communiceren over stagevacatures. In de praktijk komen veel studenten nog altijd via via binnen. Daarnaast hebben sommige masters in de afgelopen jaren een monopolie gevestigd op bepaalde stageplaatsen. Deze ontwikkelingen zijn onwenselijk en alarmerend. Studenten zouden evenveel kans moeten krijgen om ervaring op te doen en aan de slag te gaan. Een stageplaats aanbieden vereist goede begeleiding, een heldere definitie van de functie, de arbeidsvoorwaarden en een passende vergoeding, aldus Jong VNK.
Reactie Museumvereniging
Inmiddels is het eerste museum over de streep én heeft Vera Carasso van de Nederlandse Museumvereniging op de oproep van Jong VNK gereageerd:
'Wat mij betreft zou het betalen van een redelijke stagevergoeding vanzelfsprekend moeten zijn. Dit geldt voor alle studenten die in de museumsector werken; mbo, hbo en wo studenten. Mijn vraag hier aan de museum collega’s en studenten is dan ook: wat is redelijk? We zijn in gesprek met de vertegenwoordigers van Jong VNK. Terecht wordt dit onderwerp geagendeerd. We gaan ons hard maken voor een gezamenlijke richtlijn op korte termijn, die voor alle betrokken partijen duidelijkheid geeft.'
Contactpersoon:
Bram Donders
Voorzitter Jong VNK
jong@kunsthistorici.nl
+31622696313